Denk eens na voor het vliegtuig te nemen om met vakantie te gaan

De jaarlijkse vakantie-uittocht heeft een enorme impact op het klimaat. Vliegen in Europa is onzin. Het vervuilt veel meer dan reizen met de trein of de auto.

Ook ik val ten prooi aan de jaarlijkse stromen naar het buitenland om te genieten van andere oorden. Maar ik probeer steeds dichter bij huis te blijven om mijn ecologische vakantie-impact tot het minimum te beperken, ook al is dat eerder een nobel streven dan werkelijkheid. Mijn impact op de bestemming is vaak niet al te groot. Maar deze keer was het me toch gelukt te kiezen voor cultuur in plaats van voor het obligatoire strand en zon.

Nu zitten mijn kinderen met vijf en tien jaar nog in een leeftijd dat ze terecht verlangen naar een zeebries en veel zand. De bestemming was deze keer Engeland, meer bepaald de Cotswolds. Een echte aanrader voor wie op zoek is naar mooie natuur en leuke dorpjes die voor een groot deel hun authenticiteit behouden hebben.

Vliegen

Wat heeft dat allemaal met energie te maken? De impact van onze jaarlijkse toeristenmigratie op het klimaat mag niet onderschat worden. Een vliegreisje met de familie naar een verre bestemming is goed voor de uitstoot van meer dan een jaar elektriciteit en verwarming van een gezin. In de meeste gevallen is vliegen belastender voor het milieu dan elke andere vorm van transport. Vier tot zeven keer meer vervuilend dan trein of wagen, ook al speelt de afstand een rol.

Een vliegreisje met de familie naar een verre bestemming is goed voor de uitstoot van meer dan een jaar elektriciteit en verwarming van een gezin. 

In principe kan men stellen dat vakantievluchten in Europa not done zijn, zeker als we de uitstoot van schadelijke gassen willen terugdringen.

Het klimaatverdrag van Parijs mag dan al bekend zijn, we vertalen het nog niet naar concrete persoonlijke doelen. Door die paar honderd kilometer zelf te rijden, besefte ik dat verandering begint bij jezelf. Onze overheden (in welk land ook) hebben een kans gemist door na het sluiten van het verdrag van Parijs niet op individuele doelen in te zetten.

Natuurlijk zijn er goede campagnes om je huis te isoleren of zonnepanelen te plaatsen. Die zijn ook nodig. Alleen vergeet men de echte drama’s voor het klimaat en het milieu aan te pakken.

Rundvlees

Het kweken van 1 kilo rundvlees vergt meer dan 15.000 liter zoet water. Van de 50 miljoen vierkante kilometer landbouwgrond in de wereld gebruiken we 80 procent voor de veeteelt. Doe daar de uitstoot van methaan door koeien boven op en je krijgt een idee waar het echte schoentje wringt: ons consumptiegedrag.

Natuurlijk kan onze energiesector de uitstoot naar nul proberen te herleiden. Maar dan moeten we de manier van productie veranderen. Voor iedere windmolen is 150 ton steenkool nodig om het staal te produceren. Dat dienen we ook aan te pakken. Hetzelfde geldt voor andere ‘duurzame’ dingen die vaak gemaakt worden met aardgas of steenkool en nog te vaak kostbare metalen vergen.

Positief is wel dat innovaties steeds sneller verspreid raken. Toen Graham Bell de telefoon uitvond, duurde het 75 jaar om 50 miljoen gebruikers te hebben. Met de introductie van de smartphone duurde het één jaar om 50 miljoen kopers te vinden. De maatschappij is in staat veel sneller haar gedrag aan te passen.

In Engeland viel me op dat er weinig zonnepanelen worden gebruikt op privéwoningen, zeker tegenover België, waar meer dan 1 op de 10 huishoudens ze heeft. De vele schoorstenen herinneren ons dagelijks aan de lange weg die we nog te gaan hebben, ook in België.

De ambitie in Nederland en België om te stoppen met aardgas als verwarming is ambitieus en naar mijn mening vandaag onmogelijk, omdat fossiele brandstoffen nog veel goedkoper zijn dan elektriciteit. De prijzen van 1 kWh elektriciteit evolueren wel snel naar het Duitse niveau (30 cent per kWh). Iedere verantwoordelijke heeft de mond vol van de elektrificatie van onze samenleving op basis van duurzame energie. Oké, maar dan moeten fossiele brandstoffen wel duurder zijn dan elektriciteit.

Dat de wereld ieder jaar 2.000 tWh meer energie vraagt, zet nog meer druk op de ketel om de juiste keuzes te maken in de landen die die extra vraag creëren. Het exporteren van onze kennis, diensten en producten ter zake zal de yeconomische motor doen draaien, omdat de broodnodige wereldwijde investeringen erg groot zijn.

Artikel uit De Tijd 25 augustus 2017


terug